Scherenkust Zweden 2022
Printversie


(klik op de kaart voor vergroting)

Met het geluid van vlak over je hoofd scherende helicopters komen drie racemonsters vanuit zee de scheren inscheuren. Aan boord een horde schreeuwende en joelende jongelui. Holala, waar zijn we nu beland. De zweedse scherenkust dus. Erg veel snelle motorboten en er wordt weinig moeite gedaan het motorgeluid te dempen. In de buurt van touristische gebieden is het een ware plaag, maar gelukkig is er daarbuiten ook ruimte voor het vermaak waarnaar wij op zoek zijn.

De heenweg

Vanaf Terschelling vertrekken we op zaterdag 16 juli 2022 om 9 uur met een mooie NW wind 4-5 bft. Met hoogwater over het wantij van Terschelling en dan een paar slagen door het Westgat van Ameland. Eenmaal buitengaats gaat het zeil over stuurboord en dat zal dat de komende 2 dagen zo blijven. De koers is NNO met in het begin enige variatie om de verkeerscheidingsstelsels haaks over te steken en de windmolenparken te omzeilen. De maan (het is drie dagen na volle maan) geeft volop licht en het is geen straf om ’s nachts door te zeilen. Om middernacht hebben we 74 mijl afgelegd en steken we de diepwater route over.

De volgende morgen, zondag 17 juli, is de wind wat afgezwakt en zetten we de genua. Zo schiet het lekker op en om middernacht zijn we Ringköbing voorbij: 130 M. Maandag 18 juli brengt ons weer 130 M verder en dan zitten we in het Skagerak boven Hirshals.

Dinsdag 19 juli komt de zon op om 5:45 uur en dan zijn we net het drukke verkeerscheidingsstelsel ten NO van Skagen overgestoken. Nu neemt de wind af en gaat het niet meer zo goed met de voortgang. Als we de kust van zweden ontdekken liggen we nagenoeg stil. Een mooie gelegenheid om even te zwemmen en goed schoon schip te maken. De stroom en lichte windvlaagjes brengen ons ruim 14:00 uur toch nog binnen de scheren met het feestelijk onthaal als in de inleiding beschreven.

Als toegift steekt nu toch weer een beetje wind op en we zeilen rustig tussen rotsen en eilandjes door totdat we wat uit de heksenketel van motorboten zijn. Karsten wordt ons eerste eiland, waar we gewoon langszij een rots afmeren om 18:00 uur en van de heerlijke avond genieten. Vandaag 56 mijl gevaren.

Scharrelen in de Scheren

Ook woensdag 20 juli is het lekker weer. Na wat bijslapen, een frisse duik en lanterfanten gaan we pas in de middag van start. Het plan is om eerst een beetje vlot naar het noorden te trekken en dan rustigaan weer naar het zuiden af te zakken. De zuidenwind 4-5 bft is ons zeer behulpzaam. Snel wijs geworden proberen we de gangbare routes een beetje te mijden. Er is keus te over. Tussen de buitenscheren passeren we het eiland Storön en de stad Lysekil. De Fockeskär wordt ons prive eilandje voor de nacht, waar we met het hekanker achter de rots aanleggen. Half tussen de stenen liggen twee einden dik touw in plastic slang van bij elkaar wel 40 meter. Daarin verstrikt een dode aalscholver. We proberen deze vervuiling mee mee te nemen, maar het is te groot voor ons bootje. Vandaag 22 mijl afgelegd

Donderdag 21 juli hijsen we het zeil om 9:30 uur in een lichte westenwind. We kruisen tot halverwege de middag naar naar de open zee. De scheren vormen hier een landtong met een paar mondaine badplaatsen: Smögen en Kungshamn waar we liever met een grote boog omheen varen. Op zee draait de wind naar het noorden en dus weer tegen en zakt er bijna helemaal uit. Het is knap heiig en dat geeft een heerlijk desolaat sfeertje. Rond 14:00 draait de wind naar het NW en neemt wat toe. We kunnen het nu weer bezeilen. Rinske gooit ook nog even wat visgerei buitenboord en tot onze schrik hebben we beet. Met behulp van een pasgevonden schepnet halen we een mooie makreel aan boord: ons avondeten.

Tegen 18:00 gaan we achter het eiland Testholmen hekankeren. Iets verderop ligt nog een motorbootje, maar die vertrekt een uur later. We hebben weer een prive eiland. We liggen wel helemaal in de buitenste scheren en ik heb niet zoveel vertrouwen in het weer. Als er in de avond wat onweer komt opzetten verlaten we onze rots en gaan gewoon ankeren. Dit lukt niet in één keer en bij het achteruitvaren krijgen we de neuringlijn van het anker in de schroef. Die knoop ik dan maar los van het anker, wat nu wel houdt. Ik waag een poging om de lijn uit de schroef te peuteren, maar zo in het donker lukt dat niet. Dan morgen nog maar eens kijken. Vandaag 29 mijl gevaren.

Vrijdag 22 juli begint dus met zwemmen en lossnijden van de lijn in de schroef. Dat lukt nu wel. Om 11 uur vertrekken we in een miezerige regen en weinig wind. Het eten begint op te raken en we zeilen naar Bovalstrand om inkopen te doen. Ondanks de regen een erg leuk en gezellig plaatsje en een alleraardigste havenmeesteres. Weer voorzien van een volle watertank en vele dagen eten zeilen we verder noordwaarts door de Hamburgersund. Met een rustig bakstagwindje prima zeilbaar. Erg leuk en erg zweeds. Bovendien mag hier niet snel worden gevaren. Wel moeten we even de zeilen strijken voor een ferry. Net op het eind van de Hamburgersund draait de wind naar noordoost.

We moeten nu kruisen maar gaan al snel een plekje zoeken voor de nacht. Dat wordt Rågö. Eerst proberen we tegen de rotswand aan te leggen, maar er staat teveel swell. Dan maar weer hekankeren tussen een rots en het eiland. Nu liggen we wel mooi rustig en beschut aan ons grootste prive eiland tot nu toe: bijna een kilometer lang. De zon komt er ’s avonds ook nog bij en dan is de dag weer helemaal goed. Slechts 9 mijl op de teller.

Zaterdag 23 juli is het heerlijk weer, maar wel weinig wind. Tijd zat, dus we rommelen zeilend tussen de scheren door en zetten koers naar Fjällbacka. Dit is een bezienswaardig dorp vanwege de hoge rotsen die achter het plaatsje oprijzen en een prachtig uitzicht over dit scherengebied bieden. Daarnaast is er nog een gezellige basar bij de haven zodat we ons een tijdje prima vermaken tussen de mensen en de drukte. Maar na 3 uren is het wel weer genoeg en we zeilen verder. De wind is aangetrokken en komt nu uit het NW waar wij heen willen. Weer kruisen dus, naar Lökholmen met een mooie beschutte baai. Deze blijkt erg ondiep, maar we vinden een zanderig plekje waar we met opgetrokken kiel en roer bijna bij de kant komen.

Daar gaat het anker erin. Weer is het een prachtige avond, al is het geen prive eiland: er wonen 3 paarden en we hebben gezelschap van 2 kanoërs. In de nacht begint het harder te waaien, uit het ZW nu, en krabt het anker. Ik steek meer ketting en ga weer te kooi. In de vroege morgen wordt ik weer wakker van rare geluiden en blijken we weer op drift te zijn. Dus maar even de motor gestart en naar een goede plek gevaren. Nu het zware hekanker maar naar voren gebracht en dan liggen we wel goed. Vandaag maar 8 mijl gevaren, maar wel weer veel beleefd.

Zondag 24 juli staat er een aardige bries: ZW 5. Voor het eerst deze vakantie reven we het grootzeil en draaien de high aspect fok voor de helft in. Zo vliegen we naar het noorden waar we gaandeweg onze zinnen op de Noorse grens zetten. Halverwege de middag gaat de zweedse vlag omlaag (een noorse hebben we nog niet, ’s avond kleuren we een blauw kruis in een oude deense vlag en voila).

We lopen Herföl aan, waar we na wat zoeken en uitproberen op een geschikte plaats aan de noordkant kunnen hekankeren. Alweer een heerlijk plekje, maar deze keer geen onbewoond eiland. Hier nemen we heb besluit niet verder naar het noorden te gaan en rustig de tijd te nemen om langs de scherenkust van Zweden weer af te zakken. Vandaag 27 mijl gevaren in minder dan 5 uur.

Maandag 25 juli beëindigen we ons Noorse avontuur alweer. Om 10:45 hijsen we het gereefde zeil en kruisen tegen de zuidelijke wind 5 bft in naar de beschutting van Norra- en Södra-Långön. Ondanks het regenachtige weer een plezierige tocht. We houden een lange lunchstop achter anker in een rustige baai omringd door bos. Daar bedenken we dat meest westelijke scheren bij Koster wel een bezoekje waard zijn. Dus weer ankerop en na een paar slagen is het bezeild over de Koster Fjorden. Het is inmiddels weer droog geworden en de zon breekt zo nu en dan door. Tussen Nord- en Syd-Koster ligt de smalle Kostersundet waar we gedeeltelijk kruisend doorheen varen. Een erg leuke route.

We hebben een ankerplaats uitgezocht achter Jutholmen, een kleine mijl verderop en worden een beetje overrompeld door de griebus van rotsen, stenen en eilandjes. Op zulke momenten is de elektronische kaartplotter toch wel een grote hulp. Voorzichtig manoeuvreren we de laatste 100 meter op de motor naar een natuurlijk insteekhaventje waar we langzij een rots afmeren. Voor dit doel zijn haken in de rotsen vastgemaakt. Erg handig. Ook staat er een schuurtje met toiletten en afvalbakken. Verder is dit oord woest en ledig. Een 5-tal geiten niet meegerekend zijn we de enige eilandbewoners. We lopen ’s avonds het hele eilandje rond. Schitterend en nu al onze favoriet van de Scheren. Vandaag 18 mijl gevaren.

Toch gaan we dinsdag 26 juli weer op weg. Op de kaartplotter heb ik een route uitgezet om weer uit deze wirwar van scheren te komen, nu langs de westkant van Syd-Koster. We steken de Koster Fjorden weer over en scharrelen achter de buitenste scheren zuidwaarts. Een lunchstop achter anker houden we achter Stora Svangen, waar een vuurtoren en een huis van de vuurtorenwachter op staan. We bedenken dat dit toch wel een eenzaam bestaan moet zijn. Een uurtje later drijven we met anker en al van ons plekje en hijsen de zeilen dan maar weer.

We zetten koers naar Ulsholmen waar we in een kleine baai hekankeren. Het is deze keer wat een gepruts om de boot goed op zijn plek te houden. Er rolt nogal wat swell naar binnen en een extra lijn naar de achterkant van de boot geeft wat meer rust. Het is nog vroeg en we lopen het hele eiland om. Vooral de zuidwestzijde geeft een spectaculaire aanblik van de zee die vrijuit van het Skagerrak tegen het eiland beukt. Verder rotsen in allerlei soorten en kleuren. Prachtig. Als we weer bij de boot komen blijken nog 3 motorboten en een zeilboot ons gezelschap houden. Vandaag 13 mijl afgelegd.

Woensdag 27 juli is het tijd weer wat boodschappen te halen. De wind is noordelijk en reven kunnen er weer uit. Het is een dik uur varen naar Grebbestad: een mooie zeiltocht naar een grote, maar vrolijk drukke jachthaven. Aan de passantensteiger is veel aanloop en vaak wordt geprobeert met een te grote boot in een te kleine box te varen. In Grebbestad is het een gezellige en drukke boel. We halen boodschappen vlakbij de haven, tanken water en Rinske doet de was. Dat is weer genoeg beschaving en halverwege de middag trekken we de wildernis weer in naar de Väderöarna. Een groep afgelegen scheren waar vroeger een loodsenpost op het grooste eiland was gestationeerd: Storö.

Het blijkt nu een populair vakantie eiland te zijn geworden. Er liggen enkele tientallen boten, er is een hotelletje, restaurant, sauna en een paar vakantiehuizen. Onze landing is niet perfect: om dichter bij de kant te komen halen we de kiel omhoog waarbij de kieltalie breekt en de kiel met een klap terugvalt. Eerst toch maar hekankeren. Het anker houdt niet echt goed maar na poging 3 zit het redelijk vast. Toen de kieltalie vervangen en na veel gemorrel de kiel opgehaald. Dit gaat niet meer zo soepel als voorheen, maar het lukt uiteindelijk wel. Afgelegde afstand vandaag 15 mijl.

Donderdag 28 juli is de wind gedraait naar het zuidoosten en liggen we wat onrustig. Het is prachtig weer en om 6 uur gaan we al achterop. Op weg naar het zuiden draait de lichte wind steeds meer tegen en besluiten we tot een koffie- en lunchstop oostelijk van Soteskär. Het is een vogelreservaat en dat is te horen. We ankeren op voorgescheven afstand, zwemmen, drinken koffie en genieten van deze mooie wereld. Rond 13:00 is de wind naar het westen gedraait en gaan de zeilen weer omhoog.

We zeilen rustig om de landtong met het touristische Smögen waarbij het motorgeronk van de racemonsters omgekeerd evenredig is met de afstand. Een bezoekje aan deze stad slaan we dus maar over en we zetten koers naar de Brandskär. Op de kaart staat voor dit eiland een verwijzing naar dit eiland en dat is eigenlijk een teken aan de wand. Inderdaad is het er behoorlijk vol, maar aan een minder populaire zijde van de ankerbaai vinden we toch een prima plekje. Vandaag 28 mijl gevaren.

Vrijdag 29 juli gaan we op weg naar de volgende missie: rondje Orust, het grootste eiland van de scherenkust. We moeten eerst nog 6 mijl naar naar het zuiden en dat is in de wind op. Daarna gaan we de binnenlanden in en wordt het landschap heel anders. Beboste oevers en veel minder kale rotsen. Misschien een beetje saai na wat we gewend zijn. Boven land ontwikkelt zich wat onweer, maar het drijft uiteindelijk toch over.

Op de noordoostelijke punt van Orust komen we de eerste brug tegen deze vakantie. Daarna is de wind zo’n beetje op en vinden we een mooi eilandje: Stora Osö waar we hekankeren. Een onverwacht mooi en rustig plekje. Toch weer 27 mijl afgelegd.

Zaterdag 30 juli is er nog steeds nagenoeg geen wind. Toch hijsen we de zeilen en dobberen in de goede richting. Na een uurtje draait de wind naar het zuiden en neemt steeds meer toe. Het is prachtig zeilen met zo nu en dan een lange slag. Een lunchstop doen we achter Björkholmen, vlakbij het stadje Ljungskile. Daarna wordt het water wat smaller en loopt recht in de wind op. Zo kruisen we nog ruim drie uur en zoeken dan een plekje voor de nacht.

Op het eilandje Farholmarna kunnen we met de kiel omhoog hekankeren. Wel groeit er veel zeewier en het anker houdt niet echt. Het is niet diep en ik zwem dan maar even naar het anker toe om het van wier te ontdoen en in de grond te trappen. Helemaal prive is het eiland niet: iets verderop ligt een motorboot met hardrock liefhebbers aan boord. Ook wel aardig voor de verandering. Een rondwandeling leert dat er ook nog een paar groepjes met kanoërs zijn neergestreken. Het is verder een uitzonderlijk mooie avond. Vandaag 23 mijl gevaren.

Op zondag 31 juli zeilen we tussen de grote eilanden Orust en Tjörn weer richting buitenscheren. De wind is zuid tot zuidwest en we moeten hele stukken kruisen. De dag begint met een klein beetje miezerregen, maar al gauw komt de zon door. Eerst passeren we de industriestad Stenungsund met een lelijke LPG-haven. Daarna wordt het landschap vriendelijker.Vooral het smalle Skäpesund is prachtig. Daarna door beschut water met veel viskwekerijen. Voor de lunch hekankeren we in de beschutting van hoge rotsen bij Björnshuvudet. Een prachtige plek waar Rinske ook nog een nerts of iets dergelijks spot. Hierna varen we de wildernis weer in op weg naar Altarholmen waar vroeger een loodsenpost was gestationeerd. Het is grijs bewolkt geworden en dat versterkt de desolate sfeer van deze kale rotseilandjes in hoge mate.

In het inhammetje wat wij op het oog hebben liggen al een motorboot en een zeilboot. Ze hebben lijnen over de inham gespannen, waardoor wij er niet in kunnen varen maar aan het begin kunnen we prima en beschut hekankeren. We liggen welliswaar nu aan het kleine eiland Klädesskär, maar het blijkt dat we net met een droge (korte) broek door het water kunnen waden om op het hoofdeiland Altarholmen te komen. Hierop staat een witgeschilderd stenen baken en er zijn restanten van de oude loodsenpost te zien. Kortom: een prachtige plek en we hebben vandaag 20 mijl gevaren.

Maandag 1 augustus is het mooi, fris zeilweer ZW 4. Het is hier nagenoeg open zee, maar heerlijk bezeild naar Marstrand waar we boodschappen willen doen. Het grote fort is al van ver te zien. In de grote jachthaven is het een drukte van belang, maar we vinden spoedig een vrij plekje (aangegeven met een groen schildje). Eerst doen we boodschappen in een klein winkeltje waar we alles kunnen krijgen wat we nodig hebben. Voor een grotere supermarkt zouden we met de ferry naar de overkant van de Marstrand Sundet moeten. Daarna gaan we touristje spelen met een wandeling over de kliffen en langs het roemruchte fort. Tenslotte nog even water tanken en dan gauw weer door. We varen naar het zuidoosten door het smalle, ondiepe en oh zo pitoreske Arbrektssundet Kanal.

Daarna nog 5 mijl naar het zuiden en dan hebben wij onze overnachtingsplek gevonden op het eiland Rammen. Het is een beetje een toer om voor de kant te komen want het is behoorlijk ondiep met de nodige onderwater rotspartijen en erg veel zeewier. Toch gaat het hekankeren weer goed. We denken de enige bewoners te zijn, maar een rondwandeling over ons domein leert dat aan de andere kant nog 2 schepen liggen en een schiereilandje wat toch aan het onze vastzit. We hebben echter geen last van onze buren. Er staat inmiddels een dikke bries uit het westen en het is behoorlijk fris, maar wij hebben een mooi beschut plekje. Vandaag 18 mijl gevaren.

Dinsdag 2 augustus. We schieten weer mooi op met de scheren en zeilen vandaag naar Göteborg. In de loop van de dag betrekt de lucht steeds meer, maar we zeilen nog lekker, een beetje in competitie (we kunnen het niet laten) met een gelijksoortige zeilboot. Dit neemt de gedachten zo in beslag de we de afslag naar Göteborg bijna 4 mijl voorbijvaren. Er liggen 4 jachthavens zuidelijk van de ingang van de Alvsborgfjorden (die door Göteborg loopt) en we hadden de meest noordelijk op het oog. Op de terugweg proberen we nu eerst maar de zuidelijke (Fiskebäck) maar daar zijn we niet welkom.

De grote haven is overigens ook zo doods als een kerkhof. De, eveneens grote, jachthaven Hisholskilen ziet er ook al niet gezellig uit, zodat we toch maar weer in de noordelijke haven terechtkomen: Långedrag. Een goede keuze want dit is een levendige, beetje rommelige en gezellige haven. Het weer is inmiddels minder gezellig geworden: het begint stevig te regenen en te waaien en dat gaat de hele avond en nacht door. Vandaag 19 mijl gevaren, mede dankzij de omweg.

Op woensdagmorgen 3 augustus nemen we een douche ter ere van de verjaardag van Rinske. We zouden met de tram naar Göteborg, maar gezien het vieze weer slaan we dat over. Wel halen we boodschappen. Rond 14:00 uur wordt het zowaar droog. We reven de zeilen en zoeken het vrije leven weer op. Het waait stevig uit het zuiden en we kruisen er een paar uurtjes tegenin. Vervolgens nog 2 mijl naar het westen en dan hebben we ons laatste zweedse overnachtingsplekje bereikt.

Het is inmiddels toch weer wonderbaarlijk mooi weer geworden en we hebben een prachtige avond op een heel mooi plekje: Vidingen aan de noordzijde van Vrångö. De feitelijk scherenkust loopt nog zo’n 5 mijl door naar het zuiden en daarna begint de veel saaiere gewone westkust van Zweden. Onze missie is dus aardig geslaagd. Vandaag 10 mijl gevaren.

Donderdag 4 augustus steken we het Kattegat over naar Denemarken. Liefst zouden we bezuiden Laesø oversteken, maar dat is recht in de wind op en voor later op de dag wordt daar ook weinig wind voorspeld. Boven Laesø langs hebben we over gebrek aan wind niet te klagen. Halverwege de middag wordt de lucht steeds donkerder en we krijgen stevige buien met wat onweer over ons heen, waarin we de zeilen fors reven.

Een uurtje later is het geweld weer over en kunnen de reven er weer uit. Vlak voor de Deense kust moeten we weer kruisen maar tot onze vreugde draait de wind al gauw naar het westen, zodat onze koers nu bezeild is. Rond 8 uur ’s avonds hebben we het wel gehad en leggen de boot 50 meter uit de kust voor anker. Morgen verder. Er staat wel wat swell, maar het is uit te houden. Vandaag 60 mijl gevaren.

Vrijdag 5 augustus maken we weer een flinke haal naar het zuiden door de Aalborg Bugt. De wind is west en dat is gunstig. Na de middag zakt de wind helemaal weg. We vervelen ons echter niet want een paar dolfijnen houden ons gezelschap.

Later trekt de wind weer aan en kunnen we de 6 knopen weer halen. Net voorbij Grena is het mooi geweest voor vandaag en gaan we vlak bij de kust ten anker. Alweer 56 mijl gevaren vandaag. Ook deze nacht liggen we wat onrustig.

Zaterdag 6 augustus word ik gewekt door de felle zon die recht in de kajuitingang schijnt. We zwemmen even naar de kant, maar het is best fris: zowel het water is de krachtige westenwind. Wel mooi zeilweer dus. We reven de zeilen en gaan 9 uur op pad. Hoog aan de wind is het motto voor de hele dag. We varen langs de westkust van Samsø en moeten rond 15.00 uur een slagje maken om vrij te varen van het eiland Tunø. Twee uur later passeren we voorzichtig de Søgrund waar volgens de kaart 2.2 m water staat. Het blijkt maar 1.7 meter te zijn. Het kan dus net en het scheelt een flink stuk omvaren. We kunnen bijna de Tragten bij Middelfart bezeilen: 1 klein slagje is genoeg. De zon gaat rond die tijd onder en we zien de sectorlichten die de weg wijzen.

De wind valt gaandeweg de avond weg, maar er staat zeker 2 knoop stroom mee, zodat we goed voortgang maken. Dit is dan ook te mooi om te laten lopen en we drijven zo heel rustig onder de bruggen door, langs het feestvierende Middelfart, totdat we bij het eiland Faenø buiten de stroom varen en helemaal stil komen te liggen. Het lukt nog net een beetje naar de kant te drijven en dan gooien we precies om middernacht het anker overboord. Vandaag 79 mijl gevaren.

Zondag 7 brengt ons wisselende winden. In de ochtend is er een licht windje maar maken we eerst nog redelijk voortgang. Later op de dag neemt de wind toe en lijkt het erop dat we ons doel voor vandaag, Sønderborg, gaan halen. Totdat in de avond de wind wegvalt als we al in de Alssund zijn. Met wrikken en roeien met een stok proberen we nog vooruit te komen.

We hebben al 3 dagen zonder motor gevaren en die aanzetten voelt tenslotte als een nederlaag. We wrikken en roeien dus maar naar de kant, gooien het anker erin en genieten van de mooie avond. Vandaag 40 mijl gevaren.

Maandag 8 augustus is de wind nog niet teruggekomen. Toch hijsen we het zeil en dobberen uit de luwte van de bomen. Zowaar komt er een zuchtje wind die ons zachtjes naar Sonderborg duwt. Daar ontmoeten we onze eerste klapbrug deze vakantie. Na 20 minuutjes wachten gaat deze open en varen we naar kade voor een water- en boodschappenstop. We belanden in een supermarkt die in een idioot groot overdekt winkelcentrum is verstopt. Het voelt als een gevangenis. Als we weer buitenkomen blijkt er een dreigend zwarte lucht te zijn ontstaan. We haasten ons dus terug naar de haven, maar er komt bijna geen regen uit. Wind ook niet trouwens. Vóór de genua fabriceer ik nog de HA-fok op de spinnakerboom als kluiver. Deze was gister nat geregent en kan zo op een nuttige manier drogen. De wind neemt later wel wat toe, maar draait op een ergelijke manier steeds tegen. Als ik er helemaal wanhopig van ben neemt Rinske het roer over. Zij blijft hoog aan de wind over bakboord varen, een heel eind uit de kust en ziedaar: de wind draait helemaal door naar het noorwesten zodat we recht op de Schlei afsturen. Welliswaar met een enorme omweg zijn we toch bijna op onze bestemming.

De laatste hindernis is de Schlei opkruisen. Dit is maar en smalle geul met redelijk wat stroom tegen. Onder het oog van vele toeschouwers op de pieren lukt dit wonderwel. Na een mijl draaien we de kiel een heel eind op, verlaten de vaargeul en kruisen naar een beschut plekje achter de bomen. Kwart over 10 gaan we ten anker en vieren de geslaagde missie. Vandaag ca. 40 mijl gevaren. Het is vanaf nu een beetje schatten want ons log staat inmiddels op 9999 mijl. Volgens de handleiding zou hij daarna gewoon weer bij 0 beginnen: niet dus.

Dinsdag 9 augustus varen we de Schlei weer af en zetten de spinnaker bij. Nu waait het nog redelijk, maar de wind zou gaan inkakken, wat inderdaad gebeurt. We hebben dan ook 7 uren nodig om van de Schlei bij Holtenau te komen. Verder wel een mooie tocht: best wat gezelschap, diverse oorlogschepen en in de Eckenförder Bucht heel erg veel zeilschoolbootjes. In Holtenau gauw een kaartje uit de automaat getrokken (die alleen echt geld lust, maar dat hebben we toevallig) en een kwartier later liggen we met nog 3 andere zeilboten in de enorme sluis.

Na een half uurtje varen we om 17:00 uur de sluis uit. Rensburg is het doel voor vandaag: in het Noord- Oostzee Kanaal mag je alleen bij daglicht varen. Om 20:45 uur zien we net voor Rensburg een zijwater wat ons bevalt en we gaan lekker voor anker. Een wonderwel rustig plekje blijkt dit te zijn. Vlak bij Lehmbek. Vandaag 40 mijl dichter bij huis gekomen.

Woensdag 10 augustus is een dag van net te laat. Om 9:15 uur gaan we een kwartier te laat ankerop. Daardoor komen we om 12:50 uur net te laat bij de sluis van Gieselau, zodat we tot 14:00 uur moeten wachten. Hier is de afslag naar de Eider die we nemen als alternatief voor Brunsbuttel en de Elbe. We vinden nu dat we genoeg gemotord hebben en hijsen na de sluis de zeilen om tergend langzaam naar de volgende sluis, Lexfähre, te zeilen waar we 2 uur later aankomen. We willen vandaag naar Nordfeld, maar daar zit nog een brug in bij Pahlen.

Ik informeer bij de sluis tot hoe laat de brug draait: tot 18:00 uur (achteraf blijkt dat 19.00 uur te zijn). Die kunnen we dus niet meer halen door ons gepruts met zeilen. Als we dan toch al te laat zijn kunnen we net zo goed doorprutsen wat we dan ook doen. De beloning is dat we in de avond langs een rietkraag dobberen die helemaal vol zit met spreeuwen die de hele avond doorkwetteren. Iets verderop gaan we in de avondschemering ten anker achter het riet. Vandaag 27 mijl gevaren.

Donderdag 11 augustus sta ik vroeg op. Wat rekenen heeft gister namelijk geleerd dat het toch nog mogelijk is om vandaag de zee te bereiken. We moeten dan niet te veel tijd meer verprutsen en zo start ik om 6:30 uur met tegenzin de motor in het ochtendgloren met een dikke laag mist boven de Eider. Het zeil gaat omhoog om zo hier en daar toch een zuchtje wind op te pikken. Om 7:45 uur door de brug bij Pahlen en om 12:20 uur door de sluis bij Nordfeld. We zitten nu op het getijdenwater en het landschap ziet er ineens heel anders uit. Slikkige oevers met ontzettend veel vogels. Het is rond hoog water en we moeten straks stroom meekrijgen. We proberen te zeilen maar komen zo weinig vooruit dat de motor toch weer een beetje bij moet. Bij Friedrichstadt zet de ebstroom flink door en kan de motor voornamelijk uit. Er komt ook wat meer wind. Na Tönning is het leed helemaal geleden en gaan we als een speer door dit binnendijks wadlandschap. 17:30 uur zijn we voor de sluis van het Eider Sperwerk en een kwartier later varen we de sluis al weer uit.

Het zeil gaat weer omhoog en de motor gaat pas weer aan als we in de haven van Terschelling zijn. We hebben nog ruim 2 uur tij mee om de 13 mijl waddengebied uit te komen en dat lukt prachtig, hoog aan de wind en zo nu en dan een slagje. Rond 19:45 uur varen we over de laatste ondiepte (bijna geen water onder de kiel bij laagwater) en kunnen ruimere wind gaan varen. We zetten koers naar TG9/Weser2 ton op de hoek van het verkeerscheidingsstelsel boven Wangeroog. Het is een heldere nacht en de bijna volle maan geeft veel licht. Middernacht hebben we 65 mijl gevaren op deze dag.

Vrijdag 12 augustus zijn we om 6 uur net bij zonsopgang bij de TG9/Weser2 boei. Het laatste stukje is best nog een beetje spannend met schepen die uit het verkeerscheidingsstelsel komen. Dankzij de AIS zien wij hen tijdig en zij ons, zodat ze netjes en ruim voor of achter ons langs gaan. Vervolgens gaat het bijna in een rechte streep 250° naar het Westgat bij Schiermonnikoog, met de genua te loevert. Om 10 uur gaat zelfs de spinnaker erbij en zo blijven we tot ’s avonds half negen doorvaren in een steeds toenemende wind.

Vlak voor het Westgat nemen we de spinnaker weer in en kunnen met de vloed naar binnen varen waar we in het Smeriggat boven de Engelsmanplaat in de beschutting van het Rif het anker uitgooien om 21:15 uur. Het is een prachtige zeildag geweest. We zijn moe maar voldaan en hebben vandaag 93 mijl gevaren.

Zaterdag 13 augustus staan we om 6 uur op om nog een eindje te wandelen op de Engelsmanplaat. Bij een stralende zonsopkomst geen straf en zo denken de meeste van de mede-ankerliggers er ook over. Ik neem de gelegenheid te baat het Smeriggat in westelijke richting te verkennen met de kaartplotter in de rugzak. Tegen achten ben is weer terug, net op tijd om nog met een droog kruis over te steken naar het Rif en onze boot. En 9:10 uur gaan we als eersten op pad en zeilen prachtig door het net verkende geultje met kiel en roer helemaal omhoog. Er staat een mooi rustig briesje uit het zuidoosten en we zeilen door Holwerder Balg en Pinkegat naar het wantij van Ameland. De wind is dan bijna helemaal weg en we hijsen de spinnaker voor een klein beetje extra voortgang. Onze hoop Terschelling nog te bereiken vervliegt een beetje, tot er toch weer wat meer wind komt. In het Danziggat begint de eb flink door te zetten en is de wind gedraaid richting noordoosten. In de Westgat Ameland vliegen we met 8 knopen naar de Blauwe Balg, waarbij we met halve wind de spinnaker nog net vol kunnen houden. We missen nog bijna de ingang van de Blauwe Balg. Het eerste stukje Oosterom loopt naar het zuidoosten en is met spinnaker niet bezeild. Ik meen echter een geultje rechtdoor te kennen. Helaas staat hier lang niet genoeg water en we lopen onder vol zeil vast. Eerst maar de spinnaker geborgen en het zeil gestreken. Dan ga ik overboord en trek de boot rond. Geholpen door de ebstroom en de bakstaande fok komen we toch weer los en kunnen onze weg vervolgen. Na het eerste stukje Oosterom toch weer de spinnaker gehesen om, ondanks de tegenstroom, heel misschien toch nog het wantij te halen. Net voor het wantij gaan kiel en roer weer helemaal omhoog, strijken we de spinnaker en schuiven tot onze verbazing nog net over het wantij met hooguit 10 cm water onder de kiel. Weer gaat de spinnaker omhoog en snellen we in de laatste ebstroom naar de Slenk. Daar gaat de spinnaker er definitief af en varen we halve wind door de Slenk. De wind is inmiddels flink aangetrokken en de genua is nu eigenlijk te groot. Als de veerboot ons tegemoet vaart zeg ik Rinske dat we wel achter de rode stuurboordsboei langs kunnen varen.

Mooi niet dus. In het zicht van de haven aan de grond. De golven van de veerboot zetten ons nog wat hoger op het zand. Maar weer de zeilen strijken dus, kiel en roer omhoog en daar gaan we weer. Zeilen weer bij, net voor de Typhoon ons komt redden. Dan nog een stukje kruisen in het Schuitengat en dan varen we om 18:15 uur de haven binnen. Een avontuurlijk besluit van een avontuurlijke reis. Vandaag 39 mijl gevaren.

Dagen weggeweest: 29
Nachten doorgezeild: 4
Nachten in havens doorgebracht: 1
Dieselolie verbruikt: 15 liter waarvan 12 op Noord-Oostzee kanaal en Eider.
Totale afstand afgelegd (over de grond): 1173 mijl

Boekwerken:

  • Vaarwijzer Scandinavië en de Oostzee, René Vleut
  • Törnführer Schweden, Gerti und Harm Claussen
  • Havenloodsen bij NV-kaarten van Denemarken en Zweden

Kaarten:

  • NV.Atlas, NL1 Oostende naar Borkum, Editie 2017
  • NV.Atlas, NL2 Waddenzee, Editie 2017
  • NV.Atlas, DE13 Borkum bis Helogoland, Editie 2017
  • Delius Klasing, Danmark 4 Lymfjorden - Skagerrak - den Danske Nordsøkyst, Editie 2006
  • NV.Atlas, DE10 Sylt bis Helogoland und Eider, Editie 2020
  • NV.Atlas, SE5.1 Svenska våstkusten norra, Editie 2021
  • NV.Atlas, SE5.1 Svenska våstkusten södra, Editie 2021
  • NV.Charts, Serie 3 Samsø - Sund - Kattegat, Editie 2014
  • NV.Charts, Serie 1 Rund Fünen - Kieler Bucht, Editie 2014
Een aantal kaarten is niet bepaald up to date, maar als backup prima te gebruiken. Belangrijke aanlopen worden van tevoren gecontroleerd/gecorrigeerd met de elektronische zeekaarten.

Elektronische zeekaarten van O-Charts in OpenCPN:

  • German Waters, Netherlands and Belgium 2022
  • Sweden 2022
  • Denmark 2022